Geschiedenis: Kerken.

De parochiekerk uit 1782


Uit alle beschikbare gegevens (geschriften en overleveringen) moeten wij concluderen, dat op de Kerkberg vroeger een kerk gestaan heeft. Verondersteld wordt, dat toch een stenen kerk is geweest. De nieuwbouw van de kerk aan de Kerkstraat is in de jaren 1781-1783 groot discussiepunt/ twistpunt geweest in Vlodrop. De inwoners wilden de kerk in het midden van het dorp en wel op de Platz, maar het kapittel wilde uit vrees voor brand, de kerk buiten het dorp bouwen, tenzij de voornaamste ingezetenen van Vlodrop zich borg wilden stellen voor eventuele brandschade. Dat ging hen echter te ver. Uiteindelijk werd besloten de kerk aan de rand van het dorp te bouwen op het veld Valderen. Dit perceel werd verkregen door een morgen land in de Ohe te ruilen met de familie Simon de Vlodrop. Die ruil was niet onvoordelig voor die familie omdat er nogal wat verschil in waarde van de percelen was.
Op 10 november 1782 werd de kerk plechtig in gebruik genomen. Het nieuwe kerkhof bij de kerk, werd op 2 december 1782 gewijd. In hetzelfde jaar liet het kapittel, dat ook een gedeelte van de nieuwe kerk had betaald, de muur om het kerkhof zetten, die er nu nog staat.
De kerk was geheel opgetrokken van baksteen. Het was een eenvoudige rechthoekige kerk, met een zware geheel vierkante westtoren. Zij stond midden op het kerkhof. De toren had vier kleine galmgaten en een achthoekig ingesnoerde houten spits. Naast de hoofdingang bevond zich een vierkantig doopkapelletje en een bergplaats. In de noordgevel was een met natuursteen omlijste ingang. De kerk bezat een vlakke koofzoldering en werd verlicht door kleine korfboogvensters. In het koor lag een driekleurig marmeren ruiten plaveisel. Tot de interieur van de kerk behoorden diverse beelden en schilderijen, waarvan nu nog een gedeelte te vinden is in het bisschoppelijk museum. Van het interieur bevindt zich een foto in de pastorie.
Aan de zuidzijde van de kerk werd later een eenvoudige sacristie bijgebouwd. Deze is thans nog over van deze kerk. Zij was destijds zeer sober van inrichting. Voor schenkingen en aankopen werd in latere jaren het interieur verfraaid.
Pastoor de Eerens meldt in 1784, twee jaar na de ingebruikname, dat de kerk al heel wat te verduren had gehad. Ramen en daken waren ernstig beschadigd door oorlogsgeweld. Later moest de kerk nog dienen als excercitielokaal voor de Frans troepen. Rond 1900 liep het gebouw nog enige schade op bij een brand op het priesterkoor, waarbij het hoofdaltaar verloren ging.
Na een eeuw begon het gebouw bouwvallig te worden en was veel te klein voor het groeiend aantal gelovigen. In 1930 werd ze vervangen door de huidige kerk, waarin het altaar, de doopvont, de preekstoel, de twee roodmarmeren wijwatervaten en twee zijaltaren werden meegenomen, alsook vele prachtige banken met de fraai gesneden zijpanelen en kopjes. De wijwatervaten en een bank zijn nog in de huidige kerk aanwezig.


Het interieur van de parochiekerk uit 1782


























De huidige kerk.

Uit geschriften blijkt, dat de plaatsbepaling van deze kerk ook de gemoederen bezig heeft gehouden. Vroeger stond hier het raadhuis en de veldwachterswoning. In de raadsver-gaderingen is heel wat gedelibereerd hierover. Bovendien was de financiering van de nieuwbouw een groot probleem. Het mocht allemaal niet te duur zijn en hand- en spandiensten waren zeer welkom. De hele fundering is met de schop uitgegraven door leden van de voetbalclub, waarbij voor de toren tot tien meter diep werd gegraven.
Vooral pastoor Martens is een grote stimulator geweest om gelden te verzamelen. Zijn preken waren alom bekend. Mensen gingen vaker tweemaal naar de kerk om zijn preken te horen. Ook in andere parochies ging hij preken voor de goede zaak. Daarnaast hebben het zangkoor (met het Weinnachts-Oratorium, dat in vele dorpen en Roermond is opgevoerd), de fanfare (met harmoniefeesten), de voetbalvereniging (met een liefdadigheidsfeest) en vele anderen meegwerkt. De gemeente Vlodrop verleende een subsidie van fl. 10.000,--.
Architect Franssen uit Roermond heeft deze (en vele andere kerken in Limburg, Duitsland en Belgie) neoromaanse kerk ontworpen. Enkele bijzonderheden: de totale lengte is 41 meter, de toren is ca 36 meter, het middenschip heeft een hoogte van 12,5 meter en de zijbeuken 6 meter. Er staan 10 gepolijste pilaren van Beiers graniet. Boven de hoofdingang vermeldt een tympaan: "Soli Deo honor et gloria" (Aan God alleen komt eer en glorie toe).
Bij de aanbesteding op 21 december 1928 werd het werk gegund aan aannemer Krekelberg uit Maasbracht voor fl. 82200,-- en fl. 5716,-- voor de granieten zuilen,Op 26 mei 1929 (kermiszondag) werd onder grote belangstelling de eerste steen gelegd en een oorkonde ingemetseld. De bouw verliep snel en staat op veel geld. Een van de medewerkers heeft nl. enige miljoenen Rijksmarken (die destijds praktisch geen waarde hadden) in de fundering gegooid, met de opmerking, dat wanneer t.z.t. de kerk afgebroken moest worden de mensen kunnen zeggen "wat waren de mensen toen rijk".
Op Palmzondag 13 april 1930 werd de kerk ingezegend en in gebruik genomen. Heel Vlodrop was erbij betrokken. De kerk was sober gebouwd en ingericht. Enkele jaren later werd het priesterkoor geschilderd met een Christusfiguur, die in verhouding veel te grote voeten had. De mensen ergerden zich hier nogal aan. Naderhand werd de schildering op een passende wijze gecorrigeerd. Pas in 1936 werden andere schilderingen aangebracht door de firma Lommen uit Roermond.

In 1940 braken donkere jaren aan voor de kerk. De Duitsers eisten de klokken op omdat ze van dat brons oorlogstuig wilden maken. Eind 1944 smeekte pastoor Martens de Duitsers tevergeefs om de toren niet te laten springen. De bede was "umsonst". Op 11 februari 1945 om 11.00 uur vloog de toren de lucht in en viel gedeeltelijk op het middenschip. Met de beschietingen van de Amerikanen vanuit Posterholt (dat inmiddels bevrijd was) heeft de kerk veel geleden. Ook van de inventaris ging veel verloren, ondanks het feit, dat de pastoor het een en ander in veiligheid had gebracht.
In die troosteloze toestand moest men zich behelpen met noodmaatregelen voor de verzorging van de diensten Zo werd een gedeelte van de fabriek van op het Veld (thans Vekoma) als noodkerk gebruikt en naderhand de danszaal van Wolken, Tussen de Bruggen. Er werd een houten noodbrug over de Roer gemaakt via Tegelswei omdat de eigenlijke brug ook was opgeblazen.
Onder bezielende leiding van pastoor Kissels werd de verwoeste kerk weer hersteld. Op 15 september 1946 werd "de eerste steen gelegd", waarbij ook weer oorkonde werd ingemetseld met o,a. de namen van de parochianen, die door oorlogsgeweld waren gestorven.
Eind 1947 was de kerk, behoudens de toren weer voor gebruik beschikbaar. Een gedeelte van de toren werd hersteld waarop in een ijzeren klokkenstoel de klokken werden geplaatst. De herstelkosten werden voornamelijk uit het rijkswederopbouwfonds gefinancierd. Voor de klokken was een apart fonds in het leven geroepen waaruit twee klokken werden betaald, terwijl de derde klok aan de pastoor geschonken werd bij gelegenheid van zijn zilveren priesterjubileum. Hij was de eerste pastoor in Limburg die met de parochianen de parochiekerk hersteld had. In 1954 werd de toren weer opgebouwd en de klokken verhuisden naar de klokkenzolder.
In de jaren 1969-1970 heeft de kerk met dank aan vele vrijwilligers een grote schoonmaak- en opknapbeurt gehad, waaraan pastoor Vrancken en kapelaan Weevers hun vrije tijd opofferden. In die tijd diende het jeugdhuis als noodkerk.
In 1979 verlieten de paters Franciscanen klooster St. Ludwig en schonken een gedeelte van hun kerkelijke gebruiksvoorwerpen aan de kerk. De overdracht van het grote Franciscusbeeld naast de kerk (het is geen afbeelding van Franciscus, maar dat terzijde) heeft nogal wat inspanningen gekost.
In 1980 kwamen ongenode kevers de kerk bezoeken. Een gespecialiseerd bedrijf heeft hen echter verdreven. Vele parochianen hebben van de bestrijding van de boktor niets gemerkt.
In de jaren 2002 en 2003 werd onder het "pontificaat" van de vicaris-generaal van het bisdom mgr.dr. Hub Schnackers een gedeelte van de kerk onder het oksaal afgeschermd met een glazen wand en ingericht als devotiekapel ter ere van Onze Lieve van Altijddurende Bijstand, waarvoor dorpsgenoot Bert Schmitz een icoon geschilderd heeft. Hiervoor moest de doopvont verplaatst worden naar de voorkant van de kerk. Hiermede heeft de kerk een open karakter gekregen. Uit de verbruik van de kaarsen blijkt, dat vele parochianen een bezoek brengen aan deze devotiekapel.
Momenteel staan de verbouwing van een poetslokaal als toilet en de bouw van een nieuwe trap naar het oksaal nog op het programma.

De oude en nieuwe kerk van Vlodrop. De oude kerk zou kort hierna afgebroken worden.